Wat betekent verdad in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord verdad in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van verdad in Spaans.

Het woord verdad in Spaans betekent waarheid, waarachtigheid, eerlijkheid, waarheid, waarheid, werkelijkheid, waar, juist, waarheid, waar, juist, eerlijk, rechtuit, toch, niet, toch?, waar, echt, werkelijk, toch, broodjeaapverhaal, eerlijk, aangenomen, verondersteld, Je hebt groot gelijk, Gelijk heb je, het hele verhaal, waarheidsserum, ontknoping, dag der afrekening, dag der waarheid, echte werk, toch, waarheid, wel, zeer, erg, echt, serieus. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord verdad

waarheid

Esos artículos son puras mentiras. Lee este. Dice la verdad.

waarachtigheid, eerlijkheid, waarheid

Ella cree en la verdad, y nunca dice mentiras.

waarheid

nombre femenino (científica)

Cualquier supuesta verdad científica puede ser cuestionada.

werkelijkheid

nombre femenino (figurado)

Su realidad no es la misma que la mía.

waar, juist

Sí, es verdad que fui a la tienda ayer.

waarheid

nombre femenino

waar, juist

Si cuesta cien dólares, es verdad que tendremos que pedir prestado el dinero.

eerlijk, rechtuit

Puedes fiarte de él. Siempre dice la verdad.

toch, niet

(general)

Ella es una muchacha absolutamente adorable, ¿verdad?

toch?

Este libro es tuyo, ¿no?
Dit is jouw boek, toch?

waar, echt, werkelijk

toch

broodjeaapverhaal

(voz inglesa) (figuurlijk)

eerlijk

locución adverbial

Díganme de verdad quién de ustedes lo hizo.

aangenomen, verondersteld

Es verdad que a John no le fue bien en el examen, pero la maestra no tenía derecho a recriminarlo frente a toda la clase como lo hizo.

Je hebt groot gelijk, Gelijk heb je

(informal)

het hele verhaal

nombre femenino

Nunca sabremos la verdadera historia de lo que hizo aquella noche.

waarheidsserum

locución nominal masculina

El agente de la CIA le aplicó el suero de la verdad al sospechoso de terrorismo.

ontknoping

El momento decisivo acabó con el jefe despidiendo a Andrew.

dag der afrekening, dag der waarheid

locución nominal femenina (figurado) (figuurlijk)

echte werk

locución adjetiva (informeel)

¿Tus diamantes son de imitación o son de verdad?

toch

¡En verdad! Qué grosero.

waarheid

La verdad es que John no fue a trabajar, sino a jugar al golf.

wel

Ese coche es más bonito que el tuyo. ¡De verdad!

zeer, erg

locución preposicional

Sí, es inteligente de verdad.

echt, serieus

¿Viste las luces que parpadeaban en el cielo? ¿En serio?

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van verdad in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.