Wat betekent provocar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord provocar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van provocar in Spaans.

Het woord provocar in Spaans betekent veroorzaken, provoceren, veroorzaken, teweeg brengen, uitdagen, uitlokken, uitlokken, aanzetten, veroorzaken, teweegbrengen, aansporen, opstoken, opwekken, uitdagen, provoceren, opstoken, uitlokken, ophitsen, opwekken, teweegbrengen, iets ontlokken, bewegen, raken, teweegbrengen, veroorzaken, bespoedigen, versnellen, ontlokken, opwekken, veroorzaken, teweegbrengen, opwekken, iets uitbeelden, oproepen tot iets, uitlokken, ontketenen, uitlokken, ruzie maken, ruzie zoeken, oplopen, veroorzaken, iemand de kast opjagen, aanleiding geven tot, pleiten, zorgen voor, kortsluiten, iemand verleiden, opwekken, misselijk maken, iemand aansporen, opzwepen, aanzetten, een beledigend bericht op een internetforum plaatsen, iets ontlokken van iemand, iemand tot iets bewegen, drijven, aanzetten, pesten, treiteren, jennen, opstoken, iemand verlagen, laten vallen, kortsluiting veroorzaken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord provocar

veroorzaken

El repentino aumento en los precios de la comida provocó disturbios.

provoceren

Las fiestas ruidosas por la noche provocarán a tus vecinos.

veroorzaken, teweeg brengen

La alta inflación provocó el pánico en los mercados.

uitdagen, uitlokken

Su artículo me indujo a escribir una carta al periódico.

uitlokken, aanzetten

¡Deja de provocar a tu hermanita!

veroorzaken, teweegbrengen

Sus alergias le provocaron un ataque de asma.

aansporen, opstoken

Los trastes estaban sucios y Helen intentó provocar a Laura pero ella se negó.

opwekken

Los comentarios raciales normalmente provocan enojo en los demás.

uitdagen, provoceren

verbo transitivo

Él siempre está provocando.

opstoken, uitlokken, ophitsen

Los chicos provocaban al perro dormido gritándole.

opwekken, teweegbrengen

La renuncia del ministro seguro va a provocar debate respecto de las causas.

iets ontlokken

verbo transitivo

La sugerencia de Finn no provocó el menor interés.

bewegen, raken

(figuurlijk)

El drama provocará lágrimas en el auditorio.

teweegbrengen, veroorzaken

Los disturbios causaron pánico por toda la nación.

bespoedigen, versnellen

Los precios de las acciones en caída precipitaron la crisis.

ontlokken

(reactie)

Jack le hizo a Eliza docenas de preguntas, pero ninguna le sacó una respuesta.

opwekken

(medicina) (medisch)

El médico indujo un coma al paciente para prevenir daño cerebral.

veroorzaken, teweegbrengen

Los robos motivaron un aumento en la presencia policial.

opwekken

La proclamación incitó un motín en la capital del país.

iets uitbeelden

La obra representaba la vida familiar a principios del siglo XX.

oproepen tot iets

El juez le dio menos sentencio a los revoltosos que a los líderes que los habían incitado.

uitlokken

(figurado)

Las torpes negociaciones del diplomático invitaron al desastre.

ontketenen, uitlokken

El tiroteo policial desató un saqueo.

ruzie maken, ruzie zoeken

David siempre busca peleas en la escuela.

oplopen

El negocio ha generado algunas pérdidas este trimestre.

veroorzaken

El comportamiento de Charly ha ocasionado mucho disgusto.

iemand de kast opjagen

(coloquial)

Te está haciendo muecas para hacerte saltar.
Hij trekt gewoon gezichten om jou de kast op te jagen.

aanleiding geven tot

La escasez de alimentos dio lugar a manifestaciones en las calles.

pleiten

zorgen voor

verbo transitivo

Prometió que ocasionaría un cambio.

kortsluiten

La instalación entera se cortocircuitó.

iemand verleiden

Los compañeros de Robert sabían que estaba a dieta, pero no dejaban de tentarle a comer pasteles.

opwekken

Sus referencias a la clausura de la mina incitaron ira en la multitud.

misselijk maken

Cuando estaba embarazada hasta el olor de las tostadas me daba náuseas.

iemand aansporen, opzwepen, aanzetten

(figurado)

El entusiasmo del nuevo director galvanizó al equipo.

een beledigend bericht op een internetforum plaatsen

El jugador retó a un duelo a otro jugador que lo estaba atacando.

iets ontlokken van iemand

Es difícil provocar una respuesta en esta gente callada.

iemand tot iets bewegen, drijven, aanzetten

La madre de Jimmy lo provocó para que se apunte a los cursos de la universidad.

pesten, treiteren, jennen

El niño acosó a su hermana hasta que la hizo llorar.

opstoken

(figurado) (figuurlijk)

El jefe pinchaba a Jeff constantemente acerca de su trabajo.

iemand verlagen, laten vallen

locución verbal

La debilidad del mercado provocó la caída de las acciones en treinta puntos.

kortsluiting veroorzaken

La gotera provocó un cortocircuito en la caja de fusibles.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van provocar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.