Wat betekent jogo in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord jogo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van jogo in Portugees.

Het woord jogo in Portugees betekent spel, spelletje, gokken, computerspelletjes spelen, gokken, wedstijd, partij, sport, spelen, gokken, spel, spel, plan, strategie, speelwijze, wedstrijd, tros, schommeling, vóór de wedstrijd, eindspel, woordspeling, trefbal, hashtag, gokkast, fruitautomaat, fruitmachine, slotfase, eindfase, hekje, in het spel, aan de orde, rotopmerking, enkelwedstrijd, enkel, voetenwerk, cribbage, kiekeboe, beslissingswedstrijd, drie, speelkameraad, bordspel, kansspel, behendigheidsspel, dopjesspel, formulering, zinswending, balspel, andere stand van zaken, eerlijk spel, vals spel, toss, voetbalwedstrijd, damspel, vlooienspel, in dienst, actief, damsteen, damschijf, galgje, honkbalwedstrijd, zwendel, oplichterij, voetbalwedstrijd, duiken, pelotte, pelottespel, pelota. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord jogo

spel, spelletje

Fazemos vários jogos depois das aulas.

gokken

substantivo masculino (hobby)

Depois que a mulher dele morreu, Kyle entrou no jogo e perdeu todo o seu dinheiro.

computerspelletjes spelen

substantivo masculino (atividade: de computador)

gokken

wedstijd, partij

(coloquial)

Vamos assistir ao jogo de tênis mais tarde?

sport

substantivo masculino

O basquete é um jogo divertido.

spelen, gokken

Ele fez muitas dívidas no jogo.

spel

substantivo masculino

É um torneio no qual você verá um jogo de primeira classe.

spel

substantivo masculino (performance)

O jogo dele estava ruim durante todo o mês de março, embora tenha melhorado em junho.

plan

substantivo masculino

O jogo da máfia era oferecer serviços de proteção a negócios de graça.

strategie, speelwijze

substantivo masculino (estratégia)

O treinador deixou seu jogo claro para os jogadores.

wedstrijd

Vai à partida de futebol neste sábado?

tros

(figurado, chaves) (sleutels, etc.)

A menor chave no molho abre o meu porta-joias.

schommeling

(balanço de avião ou navio)

O balanço para o lado assustou bastante os passageiros.

vóór de wedstrijd

adjetivo (antes da partida)

eindspel

(estágio final de um jogo de xadrez) (schaken)

woordspeling

trefbal

(BRA: jogo com bola) (sport)

hashtag

(anglicismo) (sociale media)

gokkast, fruitautomaat, fruitmachine

substantivo masculino (BRA)

Michelle passa todo seu tempo livre jogando no caça-níqueis.

slotfase, eindfase

hekje

(#)

in het spel

locução adverbial (bola) (bal)

aan de orde

rotopmerking

(figurado)

Falar dos problemas do passado dele foi golpe baixo.

enkelwedstrijd, enkel

(tênis) (sport)

voetenwerk

(esportes: movimentos com os pés) (sport)

cribbage

(kaartspel)

kiekeboe

(jogo infantil) (spel voor kinderen)

beslissingswedstrijd

substantivo masculino (esporte)

drie

substantivo masculino (speelkaart)

speelkameraad

bordspel

Passamos toda a tarde jogando jogos de tabuleiro porque o clima estava muito ruim.

kansspel

Os dados são um jogo de azar.
Dobbelsteen werpen is een kansspel.

behendigheidsspel

O xadrez é um jogo de habilidade.
Schaken is een behendigheidsspel.

dopjesspel

(figurado, jogo de azar)

formulering, zinswending

(expressão, formulação)

balspel

Nenhum jogo de bola é permitido nesse parque.

andere stand van zaken

(figurado, cenário)

eerlijk spel

substantivo masculino (esportes)

vals spel

toss

voetbalwedstrijd

damspel

substantivo feminino

Ele aprendeu a jogar damas quando tinha 4 anos.

vlooienspel

in dienst, actief

locução adverbial (figurado: ativo)

damsteen, damschijf

substantivo masculino

galgje

(jogo de adivinhação) (spel)

honkbalwedstrijd

Quando meu pai me leva a um jogo de beisebol, ele sempre me compra um cachorro-quente.

zwendel, oplichterij

expressão (figurado, trapaça)

voetbalwedstrijd

(American football)

duiken

expressão verbal (cartas) (figuurlijk: kaartspel)

pelotte, pelottespel, pelota

substantivo masculino

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van jogo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.