Wat betekent watch in Engels?

Wat is de betekenis van het woord watch in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van watch in Engels.

Het woord watch in Engels betekent bekijken, observeren, in het oog houden, horloge, kijken, toekijken, wacht, uitkijk, dienst, wacht, wake, observatie, bewaker, wachter, de wacht houden, bewaken, onder toezicht houden, staren naar, volgen, overzien, watch, lookout, watch, clock, clockwork, watch, watch, mind, watch, wrist watch, watch, mind, watch, pocket watch, look, watch, watch, see, watch, look at, ladies' watch, tend, keep an eye on, Look out! Watch out! Be careful! Careful!, Look out! Watch out! Be careful! Careful!, night watch, night guard, night watch, watch your weight, on the look out, on the watch, watch out for, Watch out!, Look out!, watch TV, watch television, guard room, guardhouse, watch-house, polshorloge, horloge, oppassen, uitkijken, oppassen voor, uitkijken voor, digitaal horloge, de wacht houden over, buurtwacht, bw, wees gewaarschuwd! ik waarschuw je!, pas op! wees voorzichtig!, pas op! kijk uit!, je gewicht in de gaten houden, op de kilo's letten, horlogebandje, horlogebandje. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord watch

bekijken, observeren

transitive verb (observe)

He watched the fight in the park.

in het oog houden

transitive verb (keep under observation)

The nurses are watching the children.

horloge

noun (timepiece)

My watch says that it is three o'clock.

kijken, toekijken

intransitive verb (observe)

Frank prefers to watch, not participate.

wacht, uitkijk

noun (time keeping guard)

The private just spent four hours on watch.

dienst, wacht

noun (time on duty)

My watch is about to start.

wake

noun (vigil)

The families are keeping watch until the sailors return.

observatie

noun (close observation)

The doctors want to keep the patient under watch.

bewaker, wachter

noun (watchman)

Shh! The watch is coming!

de wacht houden

intransitive verb (keep guard)

You must not sleep tonight. You must watch in case of burglars.

bewaken, onder toezicht houden

transitive verb (keep under guard)

The guards have to watch the inmates.

staren naar

transitive verb (contemplate)

Janet is sitting in the park, watching the clouds.

volgen, overzien

transitive verb (oversee)

The supervisor is watching our progress.

watch, lookout

(het waken, het bewaken)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

watch

(uurwerk)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

clock, clockwork

(horloge)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

watch

(gadeslaan, toekijken)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

watch

(met de ogen volgen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

mind

(passen op, zorgen voor)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

watch, wrist watch

(polshorloge)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

watch, mind

(letten op, waken)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

watch, pocket watch

(zakhorloge)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

look, watch

(bekijken)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

watch

(waakzaam zijn)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

see

(kijken)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

watch

(het waken, wacht)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

look at

(aanschouwen, gadeslaan)

ladies' watch

(uurwerk voor dames)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

tend

(bewaken)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

keep an eye on

(bewaken)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

Look out! Watch out! Be careful! Careful!

(opgepast)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

Look out! Watch out! Be careful! Careful!

(imperatief van opletten)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

night watch, night guard

(persoon die de wacht houdt)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

night watch

(het houden van de wacht)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

watch your weight

(informeel (op zijn gewicht letten)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

on the look out, on the watch

(op wacht)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

watch out for

(uitkijken voor)

Watch out!, Look out!

(uitroep ter waarschuwing)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

watch TV, watch television

(tv-programma bekijken)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

guard room, guardhouse, watch-house

(kamer waar de wacht verblijft)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

polshorloge, horloge

(timepiece worn on the wrist)

This wristwatch is old, but it is still accurate.

oppassen, uitkijken

phrasal verb, intransitive (be vigilant or careful)

When you drive in winter you have to watch out for icy patches.

oppassen voor, uitkijken voor

phrasal verb, transitive, inseparable (remain vigilant for, beware of)

Watch out for pickpockets when you're in a crowd. In this neighborhood you need to watch out for children playing in the street.

digitaal horloge

noun (watch displaying time digitally)

A digital watch displays the time by numbers rather than by the position of the hands.

de wacht houden over

transitive verb (observe, monitor)

buurtwacht

noun (surveillance program)

bw

(looking for) (op wacht, op de uitkijk)

The park ranger was always on the watch for poachers and forest fires.

wees gewaarschuwd! ik waarschuw je!

interjection (informal (expressing a threat)

Watch it! If you come round here one more time, I'll call the police!

pas op! wees voorzichtig!

interjection (informal (be careful!)

Watch it! - the pavement's really icy today and you might slip.

pas op! kijk uit!

interjection (be careful, beware)

Watch out! - there's an icy patch up ahead.

je gewicht in de gaten houden, op de kilo's letten

verbal expression (figurative, informal (try not to get fatter) (figuurlijk)

She loves rich food, so she has to be careful and watch her weight.

horlogebandje

noun (strap of a wristwatch)

The watchband is available in several different colours.

horlogebandje

noun (strap of a wristwatch)

I need to replace the wristband on my watch because it is broken.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van watch in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van watch

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.