Wat betekent tight in Engels?

Wat is de betekenis van het woord tight in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van tight in Engels.

Het woord tight in Engels betekent strak, krap, nauw, vast, stevig, strak, gespannen, sluitend, precies, propvol, bomvol, panty, gespannen, hachelijk, strak, streng, intiem, beknopt, bondig, krap, moeilijk, gierig, schraperig, teut, dronken, bezopen, narrow, tight, tense, tight, taut, solid, narrow, hearty, substantial, tight, tight, narrow, close-mouthed, tight-lipped, Hold on tight!, luchtdicht, goed vasthouden, stevig vasthouden, stevig vasthouden, stevig omhelzen, volhouden, zich goed vasthouden, zich stevig vasthouden, zichzelf voorbereiden, zich schrap zetten, in het nauw, in moeilijkheden, in de problemen, nauwgesloten, nauwsluitend, krap, strak, krap, nauw, nauwsluitend, strak, nauwsluitend. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord tight

strak, krap, nauw

adjective (close-fitting)

Jane looked good in her tight jeans.

vast, stevig

adjective (secure)

Make sure the knot is really tight.

strak, gespannen

adjective (without slack)

The cord is so tight that it doesn't move when you pull it.

sluitend, precies

adjective (allowing no leakage)

The joint needs to be tight so the pipe doesn't leak.

propvol, bomvol

adverb (closely packed)

The trunk was packed tight for the trip.

panty

plural noun (women's pantyhose) (anglicisme)

It was a bit chilly, so Linda put on a pair of tights under her skirt.

gespannen, hachelijk

adjective (situation: difficult) (figuurlijk)

It was a tight situation with both of his customers there at the same time.

strak, streng

adjective (high level)

The dictator had tight control over his military.

intiem

adjective (figurative (friends: close)

We were really tight in high school.

beknopt, bondig

adjective (concise in style)

The short story had tight, precise sentences.

krap, moeilijk

adjective (conditions: difficult)

The job market is tight right now. You will be lucky to find something.

gierig, schraperig

adjective (figurative, slang (stingy, miserly)

The millionaire was so tight with his money that he didn't have a nice stereo.

teut, dronken, bezopen

adjective (slang, dated (drunk)

The businessmen went to the bar to get tight.

narrow, tight

(plaats: smal)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

tense, tight, taut

(strak aangetrokken)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

solid

(vast, solide)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

narrow

(niet wijd)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

hearty, substantial

(sterk)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

tight

(eng aansluitend)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

tight

(bevestigd)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

narrow

(nauw, niet breed)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

close-mouthed, tight-lipped

(figuurlijk (niet openhartig, gereserveerd)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

Hold on tight!

(letterlijk)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

luchtdicht

adjective (completely sealed)

The samples should be stored in an airtight container.

goed vasthouden, stevig vasthouden

(grasp firmly)

The woman held her bag tight as she hurried along the dark street.

stevig vasthouden, stevig omhelzen

(hug)

Tim held his girlfriend tight, before saying goodbye.

volhouden

(figurative (persist, wait)

I'll be back in one moment - hold tight. Hold tight, I will be there soon.

zich goed vasthouden, zich stevig vasthouden

(brace yourself)

"Hold tight," shouted the ride operator as the rollercoaster began to move.

zichzelf voorbereiden, zich schrap zetten

(figurative (prepare yourself)

Hold tight, the next few months could prove to be a bumpy ride!

in het nauw, in moeilijkheden, in de problemen

adjective (informal (in difficult situation)

Stan usually turns to Larry for help when he is in a tight spot.

nauwgesloten, nauwsluitend

adjective (very close-fitting)

The girls were all wearing skin-tight shirts and short skirts.

krap, strak

noun (clothing: small) (kleding)

This dress is still a tight fit, I'm afraid.

krap, nauw

noun (joint: no extra space)

The plumber managed to connect the pipes, but it was a tight fit.

nauwsluitend, strak

adjective (clothing: snug, fitting closely) (kleding)

Melissa wears tight-fitting clothes hoping to attract attention.

nauwsluitend

adjective (snugly-joined)

A skilled carpenter makes joints so tight fitting that they're invisible.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van tight in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.