Wat betekent suit in Engels?

Wat is de betekenis van het woord suit in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van suit in Engels.

Het woord suit in Engels betekent pak, kostuum, pak, badpak, kleur, aanklacht, rechtszaak, bobo, verzoek, huwelijksaanzoek, aanzoek, staan, passen, schikken, aanpassen, suit, suit, lawsuit, suit, please, suit, suit, suit, suit, suit, suit, in a suit, badpak, bodysuit, kostuum, pak, het voorbeeld volgen, colbert, jasje, trainingspak, joggingpak. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord suit

pak, kostuum

noun (clothing: jacket and trousers)

He wore his new suit to the wedding.

pak

noun (clothing: jacket and skirt)

She wore her suit to the job interview.

badpak

noun (swimsuit)

I bought a new suit to wear to the beach. It is a lot smaller than the last one.

kleur

noun (cards: clubs, spades, etc.)

You need to match three cards of the same suit.

aanklacht, rechtszaak

noun (lawsuit)

The suit alleged that the company stole their intellectual property.

bobo

noun (slang (man dressed in a suit)

The suits say that we need to change the process? What do they know?

verzoek

noun (petition, appeal)

Do you think she will hear my suit sympathetically?

huwelijksaanzoek, aanzoek

noun (courtship)

He pleaded his suit, but she still would not agree to marry him.

staan

transitive verb (go well with)

Yes, that dress suits you well.

passen, schikken

transitive verb (be OK with [sb])

We can go out to eat Friday night. How does that suit you?

aanpassen

transitive verb (adapt)

We can suit the training to fit your needs.

suit

(kleding: pak)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

suit, lawsuit

(proces)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

suit

(kostuum)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

please, suit

(behagen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

suit

(kaartspel: harten, klaveren enz.) (card games)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

suit

(geschikt zijn)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

suit

(uitkomen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")
Die datum valt juist goed voor mij.

suit

(schikken, gelegen zijn)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

suit

(v. personen: geschikt zijn)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

in a suit

(letterlijk (in een kostuum gekleed)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

badpak

noun (dated (swimsuit)

I was so embarrassed to see my teacher when I was only wearing my bathing suit.

bodysuit

noun (tight-fitting garment that covers body and arms)

kostuum, pak

noun (businessperson's formal outfit)

Liam was wearing a smart business suit for his job interview.

het voorbeeld volgen

intransitive verb (figurative (do the same, copy: [sb] else)

He was such a copycat; if his brother did something he would always follow suit. After the first bank started giving away toasters, the rest of the banks followed suit.

colbert, jasje

noun (men's formal jacket)

Normal business attire for bankers includes suit jacket and tie.

trainingspak, joggingpak

noun (outfit worn for sport)

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van suit in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van suit

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.