Wat betekent stuck in Engels?

Wat is de betekenis van het woord stuck in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van stuck in Engels.

Het woord stuck in Engels betekent vastzittend, be stuck, be stuck with, strand, proud, be stuck with, tak, stok, steken, plakken, ophangen, bevestigen, staaf, knuppel, wapenstok, stick, stuurknuppel, vastzitten, vastplakken, vastkleven, klem zitten, vastzitten, steken, prikken, doorboren, plaatsen, steken, leggen, zetten, opzadelen met, joint, stick, spliff, staff, stick, stab, glue, stick, stick, stick with, stick up for, surprise attack, place in, stick to, stick your nose into, vastraken, vastkomen, vastraken, opgescheept zitten met, bekakt, kakkineus, verwaand. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord stuck

vastzittend

adjective (unable to move)

We had to get a farmer to come with his tractor and help us move the stuck car. The cat was stuck in a tree.

be stuck

(vastzitten)

be stuck with

(tot last hebben)

strand

(figuurlijk (vastlopen, blijven steken) (figurative)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

proud

(verwaand)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

be stuck with

(figuurlijk (opgescheept zijn met)

tak, stok

(small branch, twig)

The kids gathered some sticks for the fire.

steken

(thrust into)

The cook stuck the knife into the mango.

plakken, ophangen, bevestigen

(attach)

Let me stick this notice on the board.

staaf

(dynamite cartridge) (dynamiet)

They used five sticks of dynamite to blow the hole in the rock.

knuppel, wapenstok

(dated (baton)

The police used their sticks to control the crowd.

stick

(lacrosse, hockey stick) (sport)

The hockey player broke his stick and needed another one.

stuurknuppel

(airplane control handle)

The pilot pulled back on the stick to fly higher.

vastzitten

(become immobilized)

I was shifting into third gear when the gear lever suddenly stuck.

vastplakken, vastkleven

(remain attached)

The fly stuck to the sticky trap.

klem zitten, vastzitten

(be stopped by an obstruction)

The zipper stuck halfway up.

steken, prikken

(puncture)

He stuck a hole in the plastic to drain the water.

doorboren

(impale)

The spear stuck the explorer through the heart.

plaatsen, steken, leggen, zetten

(place in position)

The dog stuck his head out the window.

opzadelen met

(present sthg disagreeable)

His friends stuck him with the dinner bill.

joint, stick, spliff

(drugs) (drugs, informal)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

staff

(stok)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

stick

(stuk hout)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

stab

(prikken)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

glue, stick

(met lijm bevestigen)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

stick

(figuurlijk (mager persoon) (figurative: skinny person)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

stick with

(vasthouden aan mening)

stick up for

(verdedigen)

surprise attack

(onverwachtse aanval)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

place in

(stoppen in)

stick to

(kleven aan)

stick your nose into

(figuurlijk (zich bemoeien met) (figurative)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

vastraken

(unable to move)

The car got stuck in the mud and a local farmer had to pull it free with his tractor.

vastkomen, vastraken

(figurative (unable to proceed) (figuurlijk)

opgescheept zitten met

verbal expression (informal (burden)

My sister went shopping with her friend and I got stuck with babysitting her two small children.

bekakt, kakkineus, verwaand

adjective (pejorative, informal (snobbish) (informeel, pejoratief)

She was really stuck up: she thought she was better than everyone else.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van stuck in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van stuck

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.