Wat betekent sair in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord sair in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van sair in Portugees.

Het woord sair in Portugees betekent weggaan, vertekken, vertrekken, weggaan, vertrekken, ervandoor gaan, naar buiten gaan, naar buiten komen, , ergens vandaan gaan, naar buiten lopen, verschijnen, uitkomen, stoppen, verschijnen, uitkomen, uitlekken, passen, uit, weg van, uitkomen, wegwezen, verkocht worden, zijn, uitgaan, vertrekken, uitgaan met, uit huis gaan, afwijken van, ontslag nemen, ontploffen, exploderen, weggaan, uitstappen, afstappen, uitstappen, afstappen, verlaten, wegstromen, wegvloeien, weglopen, gepubliceerd worden, zich bewegen, wegvluchten, vluchten, broeden, inrukken, 'm smeren, 'm peren, pleite gaan, makkelijk halen, uit de hand, in conflict, vertrekken, gaan, uit de hand lopen, uit de weg gaan, met verlof gaan, uit de mode raken, uit de mode gaan, uit de mode raken, uit de mode gaan, het huis uitgaan, knokken met, niet toegeven, goedkomen, opstaan, een uitstapje nemen, op date gaan, vakantie nemen, vrij nemen, ter verdediging komen, te hulp komen, afdwalen, op vakantie gaan, mislopen, buitenglippen, omgaan met, optrekken met, weglopen, erdoorheen komen, ervanaf afkomen, ervanaf brengen, uitkomen, op reis gaan, winkelen, op tournee gaan, gaan, vertrekken, buitensmokkelen, wegjagen, ervandoor gaan met, zich ergens doorheen wurmen, een boemerangeffect hebben, gaan, vooruitkomen, opschieten, vorderen, met elkaar uitgaan, zich verdringen, een boemerangeffect hebben, met iemand uitgaan, eruit flappen, naar buiten stormen, van de hand gaan, het met iemand doen, wegstormen, stromen, uitgaan met, rennen, wegrennen, vluchten, een interview afleggen of afnemen, vliegen, schieten, scheuren, racen, jakkeren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord sair

weggaan

vertekken

John está aqui? Não, ele já saiu.

vertrekken

Este trem sempre sai na hora.

weggaan, vertrekken

Margô disse ao filho para parar de perturbar e sair.

ervandoor gaan

O alarme de incêndio soou e todos tiveram de sair.

naar buiten gaan

naar buiten komen

Você pediu a sua mãe se podia sair para brincar?

ergens vandaan gaan

É bacana sair de Londres de vez em quando.

naar buiten lopen

(a pé)

Ela saiu do apartamento, com as chaves na mão. Em vez de gritar, ela decidiu sair do escritório em silêncio.

verschijnen, uitkomen

O novo romance dele saiu nesse outono.

stoppen

(informal: droga, parar de usar) (met drugs)

Dave saiu do vício em heroína dois anos atrás e tem estado limpo desde então.

verschijnen, uitkomen

uitlekken

Se saírem notícias do caso, ela estará arruinada.

passen

(pôquer: sair da rodada) (in poker)

Richard decidiu sair da rodada em vez de arriscar todo seu dinheiro.

uit, weg van

verbo transitivo

Ela saiu da casa.

uitkomen

(ser emitido)

A fumaça saía da chaminé.

wegwezen

Sai! Seu burro.

verkocht worden

(ser vendido)

O livro raro sairá rapidamente para leilão.

zijn

(em certo estado ou dimensão)

As peras estão saindo pouco nesta temporada.

uitgaan

(pessoas: sair)

vertrekken

(transporte: pôr-se a caminho) (openbaar vervoer)

Quando o ônibus parte?

uitgaan met

verbo transitivo (encontro, namoro)

Temos saído juntos há três semanas.

uit huis gaan

Embora eu me dê bem com meus pais, eu mal podia esperar para me mudar.

afwijken van

ontslag nemen

(emprego)

Alice decidiu largar o emprego dela, já que ela não aguenta o chefe.

ontploffen, exploderen

(figurado, disparo)

Uma rajada de balas voou de sua pistola.

weggaan

(gíria)

Acabamos aqui. Vamos partir.

uitstappen, afstappen

(informal)

uitstappen, afstappen

(informal)

Pegue o trem e desça na Estação Jabaquara.

verlaten

Eu vou deixar esta cidade às três horas.

wegstromen, wegvloeien, weglopen

(vazar)

A água de resíduo escoa para a calha.

gepubliceerd worden

(ser publicado)

O anúncio irá sair no jornal de amanhã.

zich bewegen

Eu não consigo fazer a pedra se mexer nem um pouquinho!

wegvluchten, vluchten

Vi o intruso fugir assim que ele ouviu o alarme.

broeden

inrukken

(militar)

Depois da inspeção, os soldados receberam ordem para debandar.

'm smeren, 'm peren, pleite gaan

(gíria: sair rapidamente) (informeel)

Quando as pessoas da festa ouviram que a polícia estava chegando, muitos vazaram.

makkelijk halen

(BRA: informal)

José detonou na prova.

uit de hand

expressão

in conflict

vertrekken, gaan

(BRA, expressão)

Se a gente não sair logo, vamos nos atrasar.
ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Als we niet snel vertrekken dan komen we te laat.

uit de hand lopen

expressão

Het feestje liep uit de hand en een van de buren belde de politie.

uit de weg gaan

expressão

De vrachtagen ging eindelijk uit de weg en ik kon rechts afslaan.

met verlof gaan

O soldado sairá de licença na próxima semana para visitar sua família.
De soldaat gaat volgende week met verlof om zijn familie te bezoeken.

uit de mode raken, uit de mode gaan

locução verbal

Esse traje de três peças já tinha saído de moda no começo dos 90.

uit de mode raken, uit de mode gaan

locução verbal

Camisas havaianas saíram de estilo depois dos anos 60.

het huis uitgaan

expressão

knokken met

(informal) (informeel)

niet toegeven

expressão

goedkomen

expressão (informal)

opstaan

expressão

een uitstapje nemen

locução verbal

op date gaan

(sair com alguém romanticamente) (uitdrukking)

Quer ir a um encontro nessa sexta-feira à noite? Eu te busco às oito.
Wil je vrijdag op date gaan? Ik haal je om acht uur op.

vakantie nemen, vrij nemen

(aproveitar um feriado, ter tempo livre)

ter verdediging komen, te hulp komen

expressão

afdwalen

expressão (figuurlijk)

op vakantie gaan

mislopen

(plano)

buitenglippen

(informal)

Rick costumava sair de fininho pela janela depois que seus pais iam dormir.

omgaan met, optrekken met

Desde que ele arrumou uma namorada, parou de sair com os amigos dele.

weglopen

erdoorheen komen

A recessão global tem sido difícil para todos, mas nós vamos sair vivos.
De wereldwijde recessie was hard voor iedereen, maar we zullen er doorheen komen.

ervanaf afkomen, ervanaf brengen

(figurado: escapar)

uitkomen

Os ursos geralmente saem da hibernação na primavera.

op reis gaan

locução verbal (viajar)

winkelen

locução verbal (atividade)

Depois do teste, Maria foi às compras e comprou um novo vestido para a formatura.
Mary ging winkelen na haar examen en kocht een nieuwe jurk voor het schoolfeest.

op tournee gaan

expressão verbal

gaan

Vamos sair para uma volta no meu novo carro.
Laten we voor een ritje gaan met mijn nieuwe auto.

vertrekken

(lugar: sair)

Meu senhorio me deu uma semana para sair do meu apartamento.

buitensmokkelen

expressão verbal

O ladrão saiu com os CDs escondidos nos bolsos.

wegjagen

Ela o repeliu com as constantes reclamações dela.

ervandoor gaan met

(figurado: levar, roubar) (fig., informeel)

zich ergens doorheen wurmen

een boemerangeffect hebben

(gíria) (figuurlijk)

gaan

(activiteit)

Eu sairia para uma corrida, mas está começando a chover.
Ik zou gaan lopen, maar het begint te regenen.

vooruitkomen, opschieten, vorderen

Na minha profissão, você não vai se sair bem sem o apoio e a ajuda de pessoas mais experientes.

met elkaar uitgaan

(informal, encontro romântico)

Por que não saímos juntos em um encontro de verdade?
ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Waarom gaan we niet met elkaar uit op een echte date?

zich verdringen

locução verbal

O cachorro saiu correndo pela porta.

een boemerangeffect hebben

(gíria) (figuurlijk)

met iemand uitgaan

expressão verbal (informeel)

Ela estava ficando com o meu primo.
Ze gaat uit met mijn neef.

eruit flappen

(segredo) (informeel)

naar buiten stormen

Lucy deixou a porta da frente aberta e o labrador dela saiu em disparada.

van de hand gaan

(informeel)

O quadro de Picasso saiu por $100 milhões.

het met iemand doen

(seksueel)

wegstormen

O cavalo assustado saiu em disparada do estábulo.

stromen

expressão verbal

A multidão saiu aos montes do prédio.

uitgaan met

rennen, wegrennen, vluchten

(escapar)

Corra para se salvar!
Ren voor je leven!

een interview afleggen of afnemen

expressão verbal (ter entrevista)

Ele não tem uma grande personalidade, mas se sai bem nas entrevistas.

vliegen, schieten

expressão verbal (mover-se rapidamente)

A criança saiu em disparada pelo campo para pegar a bola.

scheuren, racen, jakkeren

locução verbal

O carro saiu em disparada na rua.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van sair in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Verwante woorden van sair

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.