Wat betekent inescapable in Engels?
Wat is de betekenis van het woord inescapable in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van inescapable in Engels.
Het woord inescapable in Engels betekent onmiskenbaar, onomstotelijk, onvermijdelijk, onontkoombaar, onafwendbaar, onontkoombaar feit. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord inescapable
onmiskenbaar, onomstotelijkadjective (fact: unavoidable) It is an inescapable fact that an unhealthy diet can lead to health problems for many people. |
onvermijdelijk, onontkoombaar, onafwendbaaradjective (fate: impossible to escape) They plummeted down the mountain to their inescapable deaths. |
onontkoombaar feitnoun ([sth] that cannot be contradicted) It is an inescapable fact that the world is facing catastrophically dangerous climate change. |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van inescapable in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van inescapable
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.