Wat betekent espancar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord espancar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van espancar in Portugees.

Het woord espancar in Portugees betekent slaan, meppen, slaan, een dreun geven, iemand met iets verslaan, een pak slaag geven, een pak voor de broek geven, een pak slaag geven, billenkoek geven, iemand in elkaar slaan, aftuigen, afranselen, afranselen, iemand in elkaar slaan, in elkaar slaan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord espancar

slaan

verbo transitivo (vrouw)

O esposo da mulher a tinha espancado por anos até que ela finalmente procurou ajuda.

meppen, slaan

verbo transitivo

een dreun geven

verbo transitivo

iemand met iets verslaan

(figurado)

een pak slaag geven, een pak voor de broek geven

(informal: bater, espancar) (figuurlijk)

een pak slaag geven, billenkoek geven

verbo transitivo (dar palmadas como castigo)

Ellen bateu no seu filho quando descobriu que ele tinha feito bullying com uma criança mais nova na escola.

iemand in elkaar slaan

verbo transitivo

aftuigen

verbo transitivo

Me batiam escola.

afranselen

verbo transitivo

afranselen

verbo transitivo

iemand in elkaar slaan

(informal) (informeel)

Um grupo de jovens bateu em Henry.

in elkaar slaan

verbo transitivo

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van espancar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.