Wat betekent data in Engels?

Wat is de betekenis van het woord data in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van data in Engels.

Het woord data in Engels betekent data, bewijs, gegeven, cijfer, informatie, data, information, data, data, data bank, data traffic, personal information, raw data, raw data, feit, gegeven, gegeven, gegevensinvoer, database, database, dump, ruwe data. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord data

data

noun (uncountable (information)

There is a lot of data on the subject, but it is inconclusive.

bewijs

noun (uncountable, colloquial (facts)

We need some hard data before making a decision.

gegeven, cijfer

noun (uncountable (statistics)

Have you seen the latest GDP data?

informatie

plural noun (formal (information) (ontelbaar)

All the data are in.

data

(computer: gegevens)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

information

(verschaffen van kennis)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

data

(data)

(plural noun: Noun always used in plural form--for example, "jeans," "scissors.")

data

(gegevens)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

data bank

(database)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

data traffic

(informatica: netwerkverkeer)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

personal information

(persoonlijke informatie)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

raw data

(onbewerkte gegevens)

(plural noun: Noun always used in plural form--for example, "jeans," "scissors.")

raw data

(onbewerkte gegevens)

(plural noun: Noun always used in plural form--for example, "jeans," "scissors.")

feit, gegeven

(formal (piece of data)

This datum is out of place in the table.

gegeven

(surveying: reference for measuring)

gegevensinvoer

noun (entering information onto computer)

Data entry is a boring job and doesn't pay well.

database

noun (data bank, collection of data) (anglicisme)

Police are compiling a database of crime locations.

database

noun (computing: searchable data) (anglicisme, computer)

The database contained four records with that name.

dump

noun (computing: copying data to memory) (computers)

Sara saved a dump to her hard drive so that she would not lose any data.

ruwe data

noun (computing: unprocessed information)

It's not enough just to gather raw data: one has to interpret it meaningfully.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van data in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van data

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.