Wat betekent chance in Engels?
Wat is de betekenis van het woord chance in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van chance in Engels.
Het woord chance in Engels betekent toeval, kans, mogelijkheid, kans, toeval, lot, toevallig, slagbeurt, riskeren, possibility, chance, occasion, chance, opportunity, coincidence, possibility, chance, opportunity, chance, by chance, give the opportunity to, give the chance to, stand a chance, have a chance, not have a chance to, stand no chance, not stand a chance, No chance! Not the slightest chance!, slight chance, small chance, encounter, stumble upon, stumble across, accidentally, by chance, stuiten op, bij toeval, per toeval, toevallig, Geen schijn van kans!, Vergeet het maar!, eerlijke kans, serieuze kans, kansspel, geringste kans, per toeval gebeuren, de mogelijkheid hebben om, een kans hebben om, frase, geen kans hebben, geen kans maken, de kans niet krijgen, niet in de gelegenheid komen, louter toeval, geen kans, geen mogelijkheid, vergeet het, geen denken aan, in het onwaarschijnlijke geval, een kans maken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord chance
toevalnoun (not design) We found this café by chance. |
kans, mogelijkheidnoun (opportunity) I hope to have the chance to travel. |
kansnoun (probability) The chance of rain is very slim. |
toeval, lotnoun (fate) We're going to leave it to chance. |
toevalligadjective (accidental) Their first meeting was a chance encounter. |
slagbeurtnoun (baseball) (honkbal) He has three hits in three chances at bat today. |
riskerentransitive verb (risk) I need to leave early. I can't chance missing the plane. |
possibility, chance(het mogelijk zijn) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
occasion(mogelijkheid) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
chance, opportunity(opportuniteit) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
coincidence(niet voorziene gebeurtenis) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
possibility, chance(alleen als meervoud (kans op succes) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
opportunity, chance(formeel (gelegenheid) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
by chance(toevallig) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
give the opportunity to, give the chance to(de mogelijkheid verschaffen om) (verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.") |
stand a chance, have a chance(kansrijk zijn) (verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.") |
not have a chance to(niet de mogelijkheid hebben om) (verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.") |
stand no chance, not stand a chance(kansloos zijn) (verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.") |
No chance! Not the slightest chance!(helemaal geen kans) (interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!") |
slight chance, small chance(mogelijkheid) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
encounter(toevallig vinden) (transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.") |
stumble upon, stumble across(aantreffen, vinden) |
accidentally, by chance(bij toeval, toevalligerwijs) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
stuiten opphrasal verb, transitive, inseparable (unexpectedly encounter [sb/sth]) (figuurlijk) Walking throught the woods, I chanced upon young rabbits cavorting in the tall grass. |
bij toeval, per toeval, toevalligadverb (coincidentally) I met my French teacher by chance in the supermarket. |
Geen schijn van kans!, Vergeet het maar!interjection (slang (unlikely) (informeel) Ha! Fat chance that he will ever pay you back. |
eerlijke kans, serieuze kansnoun (figurative (fair opportunity) Do you think the team has a fighting chance of winning the championship title? |
kansspelnoun (activity: depends on luck) Dice is a game of chance. Dobbelsteen werpen is een kansspel. |
geringste kansnoun (figurative, informal (slight possibility) I would take that job given half a chance. Ik zou die job nemen als ik de geringste kans kreeg. |
per toeval gebeurenverbal expression (be lucky or coincidental) We weren't trying to get pregnant; it happened by chance. We probeerden niet om zwakker te raken, het gebeurde per toeval. |
de mogelijkheid hebben omverbal expression (have opportunity) Johnson has a chance at another world title. |
een kans hebben omverbal expression (have opportunity to do) Audrey has a chance at getting into Harvard. |
fraseverbal expression (be likely to succeed) (een goede kans hebben, een goede kans maken) I have a good chance of winning the race. Ik maak een goede kans om de race te winnen. |
geen kans hebben, geen kans makenverbal expression (be doomed) She had no chance, the disease had spread too far. Ze maakte geen kans, de ziekte had zich al te ver verspreid. |
de kans niet krijgen, niet in de gelegenheid komenverbal expression (not have opportunity) I saw this article last week and wanted to comment, but had no chance until now. |
louter toevalnoun (coincidence alone) He didn't win by mere chance; he was the best-trained and strongest of the racers. |
geen kans, geen mogelijkheidnoun (no possibility) There is not a chance he would ever win a foot race. |
vergeet het, geen denken aaninterjection (impossible) "Do you think Phil will lend us the money?" "Not a chance!" |
in het onwaarschijnlijke gevaladverb (informal (in the unlikely event that, in case) On the off chance that it rains, we will postpone the competition until tomorrow. |
een kans makenverbal expression (informal (have a possibility) I tried everything I could but never really stood a chance. |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van chance in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van chance
Synoniemen
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.