Wat betekent bainha in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord bainha in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van bainha in Portugees.
Het woord bainha in Portugees betekent zoom, schede, schede, schacht, schede, kant, zoom, zomen, omzomen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord bainha
zoomsubstantivo feminino (de um vestido) A bainha do vestido de Kate era muito baixa, por isso ela foi visitar um alfaiate. |
schedesubstantivo feminino O caçador limpou a faca e colocou-a de volta na bainha. |
schede, schachtsubstantivo feminino (biologie) |
schedesubstantivo feminino (zwaard) |
kantsubstantivo feminino (parte estreita) Bata com a bainha da ferramenta, não com o lado largo. |
zoomsubstantivo feminino (de roupa) (van kleding) |
zomen, omzomen(costurar) (van kleding) Jenni fez a bainha do vestido para que não arrastasse no chão. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van bainha in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van bainha
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.