Wat betekent asilo in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord asilo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van asilo in Portugees.
Het woord asilo in Portugees betekent asiel, toevluchtsoord, armenhuis, tehuis, armenhuis, diakenhuis, tehuis, verpleeghuis, verzorgingshuis. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord asilo
asielsubstantivo masculino (lei: refúgio) |
toevluchtsoordsubstantivo masculino (santuário, refúgio) |
armenhuissubstantivo masculino (século 19) (geschiedenis) |
tehuissubstantivo masculino Nós finalmente tivemos de colocar o papai em um asilo, aos 90 anos. |
armenhuis, diakenhuissubstantivo masculino (para pobres) |
tehuis
Sean nasceu na década de 1950 em um lar para mães solteiras. |
verpleeghuis, verzorgingshuis
Verônica visita a mãe dela na casa de repouso todos os domingos. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van asilo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van asilo
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.