Wat betekent at random in Engels?

Wat is de betekenis van het woord at random in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van at random in Engels.

Het woord at random in Engels betekent at random, randomly, at random, randomly, mikken op, richten op, streven naar, richten op, reageren op, knagen aan, wegvreten, staren naar, bedoelen, bekritiseren, omkopen, wraak nemen op iemand, wraak nemen op iemand, bedreven, kundig, mikken op, richten op, plotseling, ineens, allemaal tegelijk, elk moment, bereiken, met korting, in een later stadium, met winst, helemaal, tegen elke prijs, koste wat kost, tegen elke prijs, koste wat kost, in ieder geval, in elk geval, in het beste geval, rustig, gerust, rust, rust, op zijn / haar gemak, eerst, bij de hand, thuis, thuis, thuis-, aan de orde, in het algemeen, als geheel, op vrije voeten, eindelijk, minstens, op z'n minst, tenminste, uitgebreid, uitvoerig, maximaal, hoogstens, 's nachts, nooit, op geen enkel moment, het oneens zijn, het niet eens zijn, onmiddelijk, tegelijk, tegelijkertijd, eens, ooit, tegelijk, tegelijkertijd, momenteel, in ruste, stil, in gevaar, risico-, op een bepaald punt, op een bepaald moment, op het spel staan, toen, aan het begin, aan het begin, in het begin, aan het einde, bij het einde, op het einde, aan het einde, op het einde, tegen het einde, op het einde, op het laatst, aan het einde van de dag, uiteindelijk, momenteel, op het moment, tegelijk, tegelijkertijd, gelijktijdig, tegelijk, tegelijkertijd, gelijktijdig, op dat moment, bovenaan, aan de top, bovenop, op dit moment, op dit ogenblik, op dit moment, op dit ogenblik, soms, in oorlog, op voet van oorlog, in oorlog, in oorlog, op voet van oorlog, in oorlog, ten einde raad, ten einde raad, op het werk, aan het werk zijn, in het ergste geval, tot uw beschikking, tot uw dienst, als bank hebben, geplaatst, werkzaam, tikken, kloppen, betten, opbrengen, geërgerd, geïrriteerd, uitblinken in, uitmunten in, expert, specialist, zich thuisvoelen, vaststellen, stellen, potloodventen, bloot tonen, met groot licht knipperen, een fronsende blik toewerpen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord at random

at random, randomly

(informeel (willekeurig)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

at random, randomly

(informeel (zonder bepaald doel)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

mikken op, richten op

(try to hit: a target)

Despite aiming at the bull's eye, the shooter had a very low score.

streven naar

phrasal verb, transitive, inseparable (figurative (to have as a goal)

Aim at the moon, and you'll surely hit the stars!

richten op

phrasal verb, transitive, inseparable (figurative (have as intended audience)

This movie is obviously aimed at a younger audience.

reageren op

(figurative, informal (react to)

Hij knipperde niet eens met zijn ogen toen ik de prijs noemde.

knagen aan

phrasal verb, transitive, inseparable (informal, figurative (worry) (figuurlijk)

Raskolnikov's crime ate away at his peace of mind and, ultimately, his soul.

wegvreten

phrasal verb, transitive, inseparable (figurative (erode) (figuurlijk)

The river eats away at the sand banks every time there's a flood.

staren naar

phrasal verb, transitive, inseparable (look intently at)

We lay on our backs and gazed at the stars.
We lagen op onze rug en staarden naar de sterren.

bedoelen

phrasal verb, transitive, inseparable (informal (intend to say, imply)

I don't understand what you are getting at.

bekritiseren

phrasal verb, transitive, inseparable (slang (target for criticism)

I hate him; he's always getting at me.

omkopen

phrasal verb, transitive, inseparable (slang (influence illegally)

All the evidence is against us; we'll have to see if we can get at the jury.

wraak nemen op iemand

phrasal verb, transitive, inseparable (informal (take revenge on)

To get back at him, she had an affair with his brother.

wraak nemen op iemand

phrasal verb, transitive, inseparable (informal (take revenge on)

bedreven, kundig

adjective (skilled)

She's very adept at helping people develop their strengths.

mikken op, richten op

(try to hit)

He aimed the snowball at the snowman's hat, and hit it!

plotseling, ineens

adverb (suddenly)

All at once, I heard a noise in the kitchen.

allemaal tegelijk

adverb (simultaneously, at the same time)

The guests cried "Surprise!" all at once.
Drink dit medicijn in één keer op.

elk moment

adverb (without warning) (figuurlijk)

Bill should arrive any moment to give us a ride to the airport.

bereiken

(figurative (conclusion, etc.: reach) (figuurlijk)

The mathematician worked to arrive at the answer.

met korting

adverb (at a reduced price)

The student card allows you to buy train tickets at a discount.

in een later stadium

adverb (later)

We agreed to discuss the matter again at a later time.

met winst

adverb (gaining financially)

Alan repairs second-hand cars and then sells them at a profit.

helemaal

adverb (in the slightest) (vaak negatief)

Heb je die test überhaupt wel voorbereid?

tegen elke prijs, koste wat kost

adverb (literal (whatever the cost)

tegen elke prijs, koste wat kost

adverb (figurative (whatever sacrifice is required) (figuurlijk)

Yvonne wanted to win the game at any price.

in ieder geval, in elk geval

adverb (anyway, in any case)

I didn't want to go to the party at all, but it's over now, at any rate.
Ik wilde helemaal niet naar het feestje gaan, maar in ieder geval is het nu voorbij.

in het beste geval

adverb (at the most)

It won't be ready until tomorrow at best.
In het beste geval is het morgen klaar.

rustig, gerust

verbal expression (relaxed)

I am more at ease when my boss is not in the office.

rust

adjective (military: not at attention) (militair)

rust

adverb (military: not at attention) (militair)

op zijn / haar gemak

preposition (comfortable)

eerst

adverb (to begin with, in the beginning)

At first, it was just pitch black, then his eyes got used to the darkness and he began to see some features of the cave.

bij de hand

expression (nearby, conveniently close)

I keep a torch at hand because of the frequent electricity cuts.

thuis

adverb (in own house)

I left my wallet at home.
Ik heb mijn portemonnee thuis laten liggen.

thuis

adverb (sport: in own ground)

The team have never lost at home.

thuis-

adjective (in own house)

Josie is hoping to have an at-home birth.

aan de orde

adverb (being discussed, in question)

At issue here are the psychological origins of criminal behaviour.

in het algemeen, als geheel

adverb (as a whole, in general)

Proceeds from the fundraiser will benefit the school and the community at large.

op vrije voeten

adjective (escaped)

The murderer is still at large.
De moordenaar is nog op vrije voeten.

eindelijk

adverb (finally)

At last, I've finished writing that report!

minstens, op z'n minst

adverb (no less or fewer than)

Mary needs at least £1,000 to pay for her holiday.

tenminste

adverb (if nothing else)

He lost his job, but at least he still has a home. His wife left him, but at least she left him the furniture.

uitgebreid, uitvoerig

adverb (extensively, in detail)

He explained his financial situation to me at length.

maximaal, hoogstens

adverb (and no more, not more than)

A newly imported vehicle may be used for at most three months before becoming liable to tax.

's nachts

adverb (during the nighttime) (als het donker is)

Bats only feed at night. My cat is often the most alert and playful at night.
Vleermuizen zoeken alleen 's nachts voedsel. Mijn kat is 's nachts vaak het meest alert en speels.

nooit, op geen enkel moment

adverb (never, not at any point)

At no time did Bob leave the house that evening.

het oneens zijn, het niet eens zijn

adverb (in disagreement)

The couple were at odds over which car to buy.
Het stel was het oneens over welke auto ze zouden kopen.

onmiddelijk

adverb (immediately)

When Beth saw how ill her son was, she called the health centre at once.

tegelijk, tegelijkertijd

adverb (at one time: simultaneously)

I can't clean the house and take care of the children at once.

eens, ooit

expression (once, at some point in the past)

At one time you were allowed to buy milk straight from the farmer.

tegelijk, tegelijkertijd

expression (at once: simultaneously)

I was trying to do three things at one time, and failed the three.

momenteel

adverb (currently)

At present, there are six students enrolled in the phonetics course.
Momenteel hebben zich zes studenten ingeschreven voor het vak fonetiek.

in ruste

adverb (in a relaxed state)

Researchers measured the man's brain activity while he was at rest.

stil

adverb (not moving)

The truck was at rest when the accident occurred.

in gevaar

adverb (in danger)

Driving while drunk puts people's lives at risk.
Rijden onder invloed brengt andere mensen in gevaar.

risico-

adjective (in danger)

Urban women in the age group of 30-45 years have emerged as an at-risk population for heart diseases.
Vrouwen uit stedelijke gebieden in de leeftijdsgroep van 30-45 jaar zijn een risicogroep voor hartaandoeningen geworden.

op een bepaald punt, op een bepaald moment

adverb (at an unspecified moment)

At some point, we'll need to decide whether the project is worth continuing.
Op een bepaald punt moeten we beslissen of het project de moeite nog waard is.

op het spel staan

adverb (at risk)

You need to make sure you do the job correctly because your professional reputation is at stake!
Je moet ervoor zorgen dat je je werk goed doet, omdat je professionele reputatie op het spel staat.

toen

adverb (during a specified past period)

I was born in 1999. At that time my father was a captain, but now he is a major.
Ik werd geboren in 1999. Toen was mijn vader kapitein, maar nu is hij majoor.

aan het begin

expression (at the starting point)

A sentence should have a capital letter at the beginning.

aan het begin

expression (at the starting point of)

One should use a capital letter at the beginning of a sentence.
Aan het begin van een zin gebruikt men een hoofdletter.

in het begin

expression (initially, to start with)

At the beginning, I was mistrustful of John, but I have grown to like and respect him.

aan het einde, bij het einde, op het einde

adverb (in final stages)

aan het einde, op het einde, tegen het einde

expression (in final stages of [sth])

op het einde, op het laatst

adverb (just before death)

At the end, she just sighed and let go of my hand.
Op het einde zuchtte ze en liet ze mijn hand los.

aan het einde van de dag

expression (in the evening)

He went home at the end of the day.
Hij ging aan het einde van de dag naar huis.

uiteindelijk

expression (figurative (ultimately)

At the end of the day, there's nothing we can do.
Uiteindelijk kunnen we niets doen.

momenteel, op het moment

adverb (now)

I'm busy at the moment, but we can talk later.

tegelijk, tegelijkertijd, gelijktijdig

adverb (simultaneously)

It was fortunate that we both arrived at the same time.
Het was een geluk dat we beiden tegelijk arriveerden.

tegelijk, tegelijkertijd, gelijktijdig

adverb (in unison)

We all screamed for more ice cream at the same time.
We riepen allemaal tegelijk om meer ijs.

op dat moment

adverb (back then)

At the time, I didn't fully understand what she meant, but I caught on later.
Op dat moment begreep ik niet helemaal wat ze bedoelde, maar ik kwam er na een tijdje achter.

bovenaan

adverb (at the highest part or point)

When he arrived at the top of the ladder he was able to see the damaged roof.

aan de top

adverb (figurative, informal (among the greatest achievers)

He enjoyed his success to begin with, but is now finding out that life can be tough at the top.

bovenop

adverb (mountain: at the summit)

The air was thin at the top of the hill.

op dit moment, op dit ogenblik

expression (at this moment, right now)

At this point, you have no choice but to find a job.

op dit moment, op dit ogenblik

adverb (at present, now)

That car model is not available at this time.

soms

adverb (sometimes, on occasion)

At times, I just want to quit my job.

in oorlog

adjective (engaged in armed conflict)

We are at war.

op voet van oorlog, in oorlog

preposition (fighting)

Some militant vegans are at war with meat eaters.

in oorlog

adjective (figurative (in a dispute) (figuurlijk)

The two political parties are at war over the tax.

op voet van oorlog, in oorlog

preposition (figurative (conflicting) (figuurlijk)

ten einde raad

adjective (upset, frustrated)

Kathy was at her wit's end with worry when her son failed to come home from school.

ten einde raad

adjective (unable to find a solution)

Having spent three hours unsuccessfully trying to fix the photocopier, Dave was at his wit's end.

op het werk

adverb (at your workplace)

Bob never checks his personal email at work.

aan het werk zijn

adjective (working, in action)

in het ergste geval

adverb (imagining worst scenario)

At worst, we'll have learnt something from the experience.

tot uw beschikking, tot uw dienst

adverb (person: available to serve you)

Once I finish this work I will be at your disposal.

als bank hebben

(have an account with: a bank)

He banks at Citibank.

geplaatst, werkzaam

verbal expression (having work base)

Fernando is based at the firm's São Paulo office.

tikken, kloppen

transitive verb (pat, touch)

betten

(pat, touch) (wond)

The girl dabbed carefully at her wound.

opbrengen

transitive verb (cover using small strokes)

Stop dabbing the wall with paint like that - use longer strokes.

geërgerd, geïrriteerd

(dissatisfied with, disapproving of)

The king was displeased with his advisor's decision to dismiss several members of the court.

uitblinken in, uitmunten in

(skill: be very good at) (vaardigheid)

Ian excels at football.

expert, specialist

noun (skilled at doing [sth])

I'm an expert at identifying butterflies.

zich thuisvoelen

verbal expression (informal, figurative (be comfortable)

This is such a welcoming village - I feel right at home here.

vaststellen, stellen

transitive verb (price: set)

We fixed the price at nineteen dollars each.

potloodventen

intransitive verb (expose one's genitals to [sb])

bloot tonen

transitive verb (genitals: expose to [sb]) (onverwachts en ongevraagd)

met groot licht knipperen

verbal expression (turn headlights on briefly)

The driver flashed his lights at me to let me turn.

een fronsende blik toewerpen

(scowl, show disapproval)

Don't frown at me; I'm not the one who wrecked your car.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van at random in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.